Pieter Tops: data science en kunstmatige intelligentie van belang om ondermijning tegen te gaan

Datawetenschap en Kunstmatige Intelligentie kunnen van groot belang zijn voor de bestrijding van georganiseerde misdaad en ondermijning. Die relevantie strekt zich uit zowel over gedragsverandering van functionarissen als over de institutionele organisatie van de opsporingsfunctie. Daarom is intensieve samenwerking tussen overheid en maatschappij een vereiste. Dat zegt hoogleraar Pieter Tops in zijn inaugurele rede op 8 juni. Hij laat bijvoorbeeld zien dat in de Rotterdamse haven de overslag van containers volledig smart gestuurd kan worden, waardoor het risico van criminaliteit sterk wordt verminderd.
De georganiseerde misdaad is inmiddels omvangrijker, digitaler, gewelddadiger, corruptiever, maatschappelijker, winstgevender en grensoverschrijdender geworden dan vroeger, stelt Tops. Deze nieuwe vorm heeft daarmee invloed op de ondermijning van de werking van de samenleving. De consequentie is dat bij de aanpak van ondermijning (sociale) preventie enerzijds en handhaving en opsporing anderzijds een twee-eenheid behoren te zijn.
Het hele systeem voor verantwoorde inbedding van AI in de samenleving moet eigenlijk nog ontwikkeld worden en datzelfde geldt voor het de aanpak van georganiseerde misdaad. Zo kon de politie wel toegang krijgen tot de inhoud van cryptotelefoons die criminelen gebruikten, maar de verwerking van de grote hoeveelheid data die daaruit voortkwamen vormt dan weer een probleem.
Ontwikkeling bestrijding traag
De vraag is of de data science ontwikkelingen op het gebied van bestrijding van de georganiseerde misdaad niet te traag gaan. Van het criminele systeem is bekend dat het over een grote mate van aanpassingsvermogen beschikt. Moet niet het real-time analysevermogen sterk ontwikkeld worden? De dynamiek in de criminele wereld is zo krachtig dat eigenlijk geen enkele organisatie of sector dit in zijn eentje kan bijhouden. Daarom is intensieve samenwerking met overheden, maatschappelijke organisaties en burgers betrokken een eerste vereiste.
Prof. Dr. Pieter Tops (1956) is bestuurskundige. Hij studeerde politicologie, met nadruk op bestuurskunde, aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, waar hij in 1984 cum laude afstudeerde. In 1990 promoveerde hij aan de Universiteit Leiden. Tops werd in 1994 hoogleraar bestuurskunde, in het bijzonder lokaal bestuur, aan de Katholieke Universiteit Brabant. Van 2006 tot 2013 was hij lid van het College van Bestuur van de Politieacademie, waar hij primair verantwoordelijk was voor de vormgeving van een onderzoeks- en kennisfunctie. Zijn aandacht ging geleidelijk aan uit naar de vraagstukken van georganiseerde criminaliteit en ondermijning in Nederland, waarover hij met Volkskrant-journalist Jan Tromp onder andere ‘De achterkant van Nederland’ (2017) en ‘Nederland Drugsland’ (2020) schreef. Inmiddels is Tops als bijzonder hoogleraar Ondermijningsstudies verbonden aan de Universiteit Leiden en als bijzonder hoogleraar Ondermijningsstudies en Datawetenschap aan Jheronimus Academy of Data Science (JADS).
Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.