Vijf manieren om een technologiebedrijf te verduurzamen
Volgens schattingen zal de ICT-sector naar verwachting in 2030 verantwoordelijk zijn voor zo’n acht procent van het mondiale elektriciteitsverbruik ten opzichte van twee procent in 2020. Opgeslagen data zijn verantwoordelijk voor tien tot vijftien procent van het energieverbruik van datacenters. Technologiebedrijven zullen de komende jaren dus veel moeten doen om de negatieve impact van de activiteiten op het milieu te beperken en zo hun koolstofvoetafdruk te verkleinen. We onderscheiden vijf manieren waarop technologiebedrijven een bijdrage kunnen leveren aan een duurzame transformatie.
1. Verbruik monitoren
Bij de opslag van data is het belangrijk om deze zoveel mogelijk naar de cloud te migreren. In de cloud kan data namelijk efficienter en met een lager energieverbruik opgeslagen worden wat zorgt voor een kleinere ecologische voetafdruk. Met handige tools kunnen organisaties inzicht krijgen in het stroomverbruik van hun infrastructuur.
2. Energieverbruik beperken
Naast het verduurzamen van gebouwen met zonnepanelen en bijvoorbeeld het installeren van energiezuinige LED-verlichting zijn er meer mogelijkheden om zo energieneutraal mogelijk te opereren. Een kritische blik naar de hardware leert vaak dat er veel winst te behalen valt bij bijvoorbeeld het vervangen van die hardware. Hardware veroudert snel en verbruikt dan onnodig veel stroom. Moderne processoren verbruiken minder stroom en zijn daarmee beter voor het milieu en voor de energierekening.
3. Afvalbeheer
Afvalscheiden is de normaalste zaak van de wereld, maar afgeschreven hardware meegeven aan het grofvuil is minder goed voor het milieu. De hardware komt dan terecht in de vuilverbrander en zorgt voor de uitstoot van schadelijke stoffen. Geef de oude hardware mee aan gespecialiseerde bedrijven die het op een milieuvriendelijke manier recyclen.
4. Een datacenter kiezen
Organisaties hebben hun private cloud veelal ondergebracht in een datacenter. Bij het selecteren van een datacenter is het slim om te letten op de PUE-waarde, die wordt berekend door het totale verbruik van het datacenter te delen door het energieverbruik van alle aanwezige IT-apparatuur. Hierbij geldt: hoe lager de PUE-waarde, hoe lager het stroomverbruik en hoe beter dat is voor het milieu. Ter referentie: de beste datacenters hebben een PUE-waarden van rond de 1,1.
Organisaties die (een deel van) hun hardware in een datacenter plaatsen, kunnen daarnaast ook kritisch kijken naar de manier waarop de koeling is geregeld. Datacenters gebruiken met hun koelingsystemen de buitenlucht om servers in het gebouw te koelen. In de zomer, wanneer de buitentemperatuur boven de twintig graden komt, is de lucht te warm en ook niet te gebruiken. Op dit moment gaan ze over op drinkwater om de lucht in het gebouw te bevochtigen. De vochtige lucht voert namelijk de warmte af. De restwarmte van een datacenter is te gebruiken om bedrijfsgebouwen of woonhuizen te verwarmen en in plaats van drinkwater is industriewater net zo goed voor de verkoeling. Dit is milieuvriendelijker 鮠goedkoper.
5. Duurzaam databeleid
Iedereen die in de ICT werkt, moet zich realiseren dat alle activiteiten koolstof uitstoten. Van alle data wordt 68% na het aanmaken niet meer geraadpleegd. Ondertussen doet deze ongebruikte data wel een beroep op de ICT-infrastructuur en zorgt zo voor onnodige uitstoot van CO2. Hetzelfde geldt voor dubbel opgeslagen data. Een goede inventarisatie waarin alle ongebruikte en dubbele data wordt verwijderd zorgt voor een vermindering van de CO2-uitstoot, vraagt om minder opslagcapaciteit en is kostenefficiënt.
Dit artikel is een ingezonden bericht en valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie.