[Podcast] Doorzetters met William Brand: ‘Ik ging ’s nachts hardlopen, mijn wereld stortte in’
In oktober 2008 zat William Brand, medeoprichter van het designatelier Brand van Egmond, op het hoogtepunt van zijn carrière. Zijn handgemaakte lichtsculpturen sierden de interieurs van beroemdheden en internationale luxemerken. En toen kwam Lehman Brothers.
Brand had net een grote opdracht binnengehaald van Roman Abramovitsj, de Russische miljardair en voormalig eigenaar van Chelsea FC. Het project was prestigieus en zou hem tonnen opleveren. Maar na de ineenstorting van Lehman Brothers stortte ook de markt in. De telefoon bleef rinkelen, maar het waren geen nieuwe klanten. “Binnen een paar dagen werden ál mijn opdrachten gecanceld,” zegt Brand: “alles waar ik aan werkte, verdween als sneeuw voor de zon”.
Zijn bedrijf had op dat moment tachtig medewerkers in dienst. Hij had net fors geïnvesteerd in een fabriekspand in Polen. De rek was eruit, de buffers begonnen op te drogen: “Ik had zestien jaar lang gebouwd aan een bedrijf dat ineens niets meer waard leek”.
Wat volgde waren maanden van slapeloze nachten: “Ik stond ’s nachts op om te gaan hardlopen, gewoon om mijn hoofd leeg te maken. Maar overdag moest ik door. Ik kon die mensen niet zomaar op straat zetten”. Uiteindelijk moest hij veertig werknemers ontslaan: “Dat was het zwaarste wat ik ooit heb moeten doen. Je bouwt samen iets op, en dan moet je het met één pennenstreek afbreken”.
Van crisis naar heropbouw
De financiële crisis maakte Brand niet alleen zakelijk, maar ook creatief kwetsbaar: “Als ontwerper moet je vrijheid voelen, maar ik zat vast in een tunnel van overleven”. Toch was opgeven nooit een optie. Hij besloot zich te richten op wat hem groot had gemaakt: exclusiviteit en kwaliteit. Waar hij eerder breed produceerde, focuste hij zich nu op unieke maatwerkprojecten: “Ik ging minder verkopen, maar wel voor hogere bedragen. Mijn klantenkring werd kleiner, maar serieuzer”.
Drie maanden na de eerste golf van annuleringen kwam een onverwacht telefoontje: Abramovitsj wilde het project toch doorzetten: “Dat bevestigde dat mijn werk waarde had, zelfs in crisistijd”. Langzaam maar zeker klom Brand uit het dal: “Na zes maanden begonnen de opdrachten weer te komen. De schrik was uit de markt, en mensen wilden weer investeren”.
Vandaag de dag werkt Brand met dertig gespecialiseerde vakmensen en levert hij aan exclusieve klanten wereldwijd. Zijn ontwerpen hangen in de kantoren van Chanel, de privéwoningen van Formule-1-coureurs en de showrooms van Hermès: “Wat ik maak, moet generaties meegaan. Mijn lampen zijn geen gebruiksvoorwerpen, het zijn sculpturen”.
De lessen van een crisis
De klap van 2008 veranderde Brand voorgoed. Waar hij vroeger expansie nastreefde, kiest hij nu bewust voor beheersbare groei. Zijn drie belangrijkste lessen:
- Blijf onafhankelijk – “Ik had geen grote leningen uitstaan. Dat was mijn redding. Groeien is goed, maar alleen als je niet afhankelijk wordt van banken en externe financiers.”
- Focus op waarde, niet volume – “Na de crisis ben ik minder gaan produceren, maar voor hogere bedragen. Mijn klanten willen exclusiviteit, geen massaproductie.”
- Wees onwrikbaar in je kwaliteit – “Mensen voelen het verschil tussen een kopie en een origineel. Als je iets maakt, zorg dan dat het écht goed is. Alleen zo overleef je op de lange termijn.”
Brand heeft geen interesse in snelle schaalvergroting: “Grote merken bellen mij, niet andersom. Dat is de kracht van echt vakmanschap”. En over de toekomst? “Ik heb nog genoeg te ontwerpen. Maar wat ik ook maak, het moet blijven bestaan.”
Het atelier in Polen is inmiddels gerenoveerd, de orders blijven binnenkomen, en ’s nachts slaapt hij weer gewoon: “Hardlopen doe ik nog steeds, maar nu uit vrije wil.”
Bekijk het interview op YouTube, luister via Spotify, via Apple Podcast, of scan de QR-code.
Over de auteur: Ruud Hendriks is oprichter van de Doorzetters-podcast.
Plaats een reactie
Uw e-mailadres wordt niet op de site getoond