Markt ontvangt cijfers Amazon positief

Beleggers belonen het aandeel Amazon in de handel nabeurs met een koersstijging van acht procent. Amazon.com boekt een omzetstijging van 24 procent, maar heeft geen winst te delen met aandeelhouders. Er worden rode cijfers geschreven.

Zojuist, direct na sluitng van de aandelenbeurs in Amerika, publiceerde Amazon de financiële resultaten over het derde kwartaal (PDF).

De omzet steeg met 24 procent tot 17,1 miljard dollar. Voor het nu lopende kwartaal, met daarin verscheidene internationale feestdagen, houdt topman Jeff Bezos rekening met vijftig procent meer verkopen. Om dat te bolwerken, zet hij tijdelijk zeventigduizend extra medewerkers in in de magazijnen. Daarnaast werden in drie magazijnen 1382 nieuwe Kiva-robots permanent aangenomen.

Het nettoresultaat was 41 miljoen dollar negatief. Amazon schrijft namelijk voor 169 miljoen dollar af op LivingSocial, een overgenomen kloon van Groupon die geen succes werd.

Alhoewel Amazon redelijk wat buitenlandse filialen heeft, realiseert het toch meer dan de helft (zestig procent) van de omzet op zijn thuismarkt. Daar werd afgelopen kwartaal ook de grootste groei gerealiseerd. Het grootste deel van de omzetgroei is afkomstig uit Amerikaanse verkopen van elektronica en niet-mediaproducten.

De verzendkosten, die Amazon vanwege gratis levering van orders dus zelf moet betalen, zijn 4,7 procent van de netto-omzet. De ondergrens voor gratis verzendingen werd deze week opgehoogd van 25 naar 35 dollar. Dat zal de kostenpost van ruim achthonderd miljoen dollar enigszins drukken.

Volgend jaar wil Amazon zijn streamingvideodiensten nadrukkelijker onder de aandacht van de Amerikaanse en Engelse consument brengen. Het heeft negen pilots ontwikkeld voor tv-series. Een aantal klanten mag die proefopnames bekijken om hun favorieten aan te geven. De winnaars worden uitgezonden op Prime Instant Video (VS) en Lovefilm (VK), Amazons streamingplatformen. Daarmee wil het klanten op Netflix-, YouTube- en Hulu-achtige wijze afsnoepen van televisie.

Foto: Harlem Photography (cc)